10 meest gestelde molen vragen

Molenmaatje Eva

De 10 meest gestelde molen vragen

1. Welke soorten molens zijn er?

Er zijn twee soorten molens namelijk windmolens en watermolens. Bij windmolens worden de wieken door de wind rondgedraaid. Watermolens hebben een waterrad, dat door stromend water van een beek gaat draaien. Molens kunnen we ook indelen door te kijken naar het werk dat ze doen. De grootste groep zijn de korenmolens die graan tot meel malen. Een tweede belangrijke groep zijn de poldermolens, die gebruikt worden voor het droogmalen van land. En dan zijn er nog houtzaagmolens, oliemolens, pelmolens en (heel bijzonder) papiermolens.

2. Hoeveel molens zijn er nog in Nederland?

In Nederland staan nog ongeveer 1100 windmolens en 100 watermolens dat zijn in totaal 1200 molens. In de provincie Zuid-Holland staan de meeste molens en in Utrecht de minste. De meeste watermolens, molens die door een waterrad worden voortbewogen, staan in de provincie Limburg. Zo’n honderd jaar geleden waren er nog ruim 10.000 molens volop in bedrijf. Ze maalden graan, zaagden hout, sloegen olie uit zaden en maakten papier. En poldermolens hielden het waterpeil in ons lage land onder controle.

3. Waarom is Nederland hét molenland?

Nederland is het molenland bij uitstek omdat de molens door de eeuwen heen de Nederlanders geholpen hebben om droge voeten te houden. Poldermolens werden vanaf de vijftiende eeuw in het westen en noorden van Nederland gebouwd. Ze zorgden ervoor dat het water uit de polders werd weggemalen. En molens werden later ingezet om binnenmeren droog te malen (bijvoorbeeld het Schermeer). De molen staat met de tulp en de klomp symbool voor ons land.

4. Hoe werkt een windmolen?

De wind laat het de wieken van de molen ronddraaien. De vier wieken zitten vast aan de twee molenroeden. Dit wiekenkruis zit vast aan de bovenas van de molen. Om deze as is een wiel aangebracht, het bovenwiel, dat met de as meedraait en de beweging overbrengt op de koningspil. Deze lange, verticale spil drijft bij een korenmolen de maalstenen aan, of bij een poldermolen het scheprad of de vijzel, waardoor het water opgepompt wordt. De molenaar kan de snelheid van de molen regelen door geheel of gedeeltelijk molenzeilen op de wieken vast te maken. De meeste wind krijgt de molen door deze ‘op de wind te zetten’. Dit wordt met het kruirad gedaan en heet kruien.

5. Wat is de oudste en wat is de hoogste molen van Nederland?

De twee oudste molens van Nederland zijn de Buitenmolen in Zevenaar en De Grafelijke Korenmolen in Zeddam. Beide molens staan er al vanaf 1450 en liggen in de provincie Gelderland. Het zijn torenmolens. Dit zijn molens met een stenen ronde romp en een kap met wieken die draaien kan. In Schiedam staan de hoogste molens van Nederland (en zelfs van de wereld!) De hoogste is molen De Noord. Deze molen is gemeten vanaf het puntje van de bovenste wiek 44,8 meter hoog. Molen De Vrijheid is 10 centimeter korter dan molen De Noord.

6 Kunnen molens praten?

Molens kunnen boodschappen doorgeven. Vroeger had men nog geen telefoon of internet. Wel kon de molenaar berichten doorgeven. Daarvoor gebruikte hij de molenwieken. Door deze op een bepaalde manier vast te maken kon de molenaar met zijn omgeving praten.
Lange rust: Als de molen gerepareerd moet worden dan kan deze lange tijd niet draaien. Dan zet de molenaar de wieken in een kruis.
Korte rust: Als de molen voor korte tijd stil staat dan worden de wieken zo gezet dat er één roede recht naar beneden wordt gezet. De molen kan dan zo snel mogelijk weer aan gezet worden.
Rouwstand: Als de molen in de rouwstand staat dan heeft de molenaar de ‘gaande’ wiek vlak na het laagste punt vastgezet. Het ‘gaande’ drukt hierbij het vergankelijke, de droefheid uit.
Vreugdestand: Bij deze stand wordt de onderste of ‘aankomende’ wiek vlak voor het laagste punt op vastgezet. In het ‘aankomende’ zit de vreugde, de verwachting..

7. Hoe word je molenaar?

Om het vak van molenaar goed te leren, werk je tijdens je opleiding 2 jaar lang op verschillende molens. Het Gilde van Vrijwillige Molenaars zorgt voor deze opleiding. Zij organiseren voor de molenaars in opleiding ook avonden waar speciale onderwerpen worden behandeld. Het gaat erom dat de nieuwe molenaars op een veilige manier met een molen leren omgaan. De opleiding wordt na 2 jaar afgesloten met een examen. Heb je zin gekregen om ook molenaar te worden? Loop dan eens binnen op een molen bij jou in de buurt en vraag of ze nog hulp nodig hebben. Voor meer informatie kijk op www.vrijwilligemolenaars.nl

8. Waarom draaien molens linksom?

Molens draaien tegen de klok in, althans als je er voor staat. Waarom? Dat weten we niet precies. We denken dat dit iets te maken heeft met de eerste hand molens. Meel malen gebeurde vroeger met de hand tussen twee kleine maalstenen. Omdat de meeste mensen rechtshandig zijn, draaide bij deze handmolens de bovenste steen (de loper) altijd linksom. Windmolens vinden hun oorsprong in de handmolens en daarom draaide de loper van de windmolen ook linksom. Er zijn landen waar de molens rechtsom draaien. Een goed antwoord is eigenlijk niet te geven op deze vraag.

9. Kun je in een molen wonen?

Je kunt zeker in een molen wonen. Dit is dan meestal een poldermolen want in zo’n molen is nog plaats voor de molenaar en zijn gezin. Op een korenmolen wordt bijna nooit gewoond omdat daar geen ruimte voor is. Alle plaats wordt ingenomen door de maalwerktuigen en het graan. Vaak is er ook nog een molenwinkel bij de molen. Er zijn nu steeds meer molens waar je kunt slapen omdat er een ‘bed en breakfast’ in gevestigd is.

10. Kun je zien of een molen te bezoeken is?

Jazeker! Als een molen voor het publiek geopend is, heeft de molenaar de blauwe wimpel uitgehangen. Hieraan kun je zien dat je de molen mag bezoeken. Heel veel molens zijn op zaterdag geopend, dus zie je de wimpel hangen? Stap dan snel naar binnen en vraag de molenaar of je even rond mag kijken. Meestal word je dit toegestaan en zal de molenaar je graag van alles vertellen over zijn of haar molen.